Wat ben ik lekker uitgerust! Ik heb namelijk twee heerlijke weken mogen genieten van tropische zon, zee en strand. En al dat genieten moest ik natuurlijk ook delen met mijn 200 beste vrienden op social media. Want wat niet wordt gedeeld is eigenlijk niet gebeurd, toch? Alhoewel ik graag verkondig dat het aantal likes niet uitmaakt…ben ik daar stiekem toch best gevoelig voor.
De complexiteit van de samenleving en de ontwikkelingen die hierin plaatsvinden, spelen een belangrijke rol in hedendaags leiderschap. Als we denken aan complexiteit, dan hebben volgens dr. Liselore Havermans velen van ons de neiging om ingewikkelde zaken ‘klein’ te maken, zodat ze behapbaar zijn en we weten welke stappen we moeten zetten om tot een oplossing te komen. Havermans pleit ervoor het inzicht te vergroten, zij noemt dit ‘de tweede orde complexiteit’. ‘Laat de complexiteit toe, dan zie je meer.’ Erken dat je het soms niet weet welke acties je in moet zetten, denk samen met anderen vanuit verschillende perspectieven en scenario’s.[1]
Eén van de heersende gedachten bij digitalisering is dat het leidt tot meer efficiency en minder bureaucratie. ‘Bureaucratie gaat helemaal niet verdwijnen met digitalisering,’ vertelt professor en filosoof René ten Bos[2]. ‘Bureaucratie is, hoe je het wendt of keert, een systeem van toezicht en controle. Sinds de begindagen van digitalisering is toezicht in allerlei vormen alleen maar geïntensiveerd. De manier waarop toezicht wordt gehouden, is wel veranderd. Het gewone toezicht van een voorman of een manager die in de gaten houdt hoe mensen iets doen, dat wil zeggen, de standaardisatie van werkprocessen, heeft plaatsgemaakt voor de standaardisatie van resultaten. Dit betekent dat managers nu steeds vaker allerlei resultaten proberen op te vragen. Ze vragen telkens: Wat heeft dit ons opgeleverd? En als resultaten achterblijven, dan krijgt de medewerker een probleemgesprek, of een probleemoplossend gesprek. Dit soort controle is steeds toegenomen.’
In een snel veranderende omgeving is flexibel leiderschap onontbeerlijk. De vraag is hierbij hoe wendbaar leiders zijn: kun jij als leider flexibel tussen stijlen switchen, adaptief nieuwe leiderschapsstijlen aanleren en snel inspelen op de specifieke behoeften van de mensen en de situaties die jij wilt beïnvloeden? Leiderschap is ook het vermogen de ander mee te krijgen. Meer is het volgens professor Ron Meyer niet. Een van de meest gangbare definities die op een wonderbaarlijke manier breed omarmd wordt, is het verschil tussen de visionaire leider en de dagdagelijkse manager. De manager is een soort sukkel die doorlopend alle dingen regelt, terwijl de leider de herder is die als een profeet de toekomst weet te voorspellen. Waarom zou dat nou leiderschap zijn? Ron Meyer brengt het terug naar de basics, de definitie ligt al in het woord zelf verscholen. To lead is when others follow.
Leiders die zich in een dienende rol kunnen opstellen, kunnen structurele (maatschappelijke) veranderingen op gang brengen (Robert Greenleaf, 1991). Dienende leiders die niet alleen in staat zijn vanaf een afstand het verleden te analyseren, maar ook vanuit die positie in de toekomst kunnen kijken. Te veel mensen stellen zich volgens Greenleaf tevreden met een rol als criticus of deskundige. Er is te veel intellectuele haarkloverij, te veel terugvallen op onderzoek en te weinig wil om harde en riskante taken ter hand te nemen. Belangrijke karakteristieken van een dienend leider zijn onder andere luisteren, empathie, overtuigen en vooruitzien. De dienende leider zet zich daarbij in voor de groei van mensen en hij gelooft in de intrinsieke waarde van mensen. Volgens professor Mathieu Weggeman zijn er vijf aspecten in het gedrag van een manager waaraan je kunt herkennen of hij of zij de stijl van dienend leiderschap hanteert:
- samen met de medewerkers een collectieve ambitie ontwikkelen;
- professionals inspireren en betrekken bij de strategie i.p.v. motiveren;
- luisteren naar wat er op de werkvloer speelt;
- outputduidelijkheid en feedback geven;
- assertief optreden tegen mensen die niet goed zijn in hun vak.
‘Oude leiders’ zijn volgens professor Freek Peters vaak niet meer in staat om de uitdagingen van nu en straks effectief het hoofd te bieden. Er is in tien jaar veel veranderd in de wereld van het leiderschap. Het speelveld voor leiderschap is beduidend complexer geworden. Om te kunnen voldoen aan de eisen van de toekomst is een nieuw leiderschapsprofiel nodig. Dit nieuwe profiel heeft volgens Peters grote gevolgen voor de managementopleidingen en talentenpools. De nieuwe leiders zijn misschien niet de ambitieuze MBA-studenten aan de business-schools, maar bevlogen ondernemers met een maatschappelijke missie.
[1] Bron: blog Linda de Haas op CustomerFirst februari 2019
[2] Bron: Interview in Filosofie Magazine april 2016